Betere zorg in verpleeghuizen maar ook fijner werken
- 20 december 2018
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
V&VN heeft donderdag 20 december, samen met andere partijen uit de verpleeghuiszorg, een aanpak ingediend bij het Zorginstituut Nederland om de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen te verbeteren. Het doel is dat verpleeghuizen hun personeelsbeleid beter afstemmen op de wensen van bewoners en dat het fijner werken wordt.
Directeur Sonja Kersten was namens V&VN penvoerder van de Stuurgroep: “We willen allemaal dat mensen die in een verpleeghuis wonen zo goed mogelijke zorg krijgen, met een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. En dat zorgprofessionals weer toe kunnen komen aan hun werk. In 40 pilots teams in 28 verpleeghuizen hebben we gekeken of de tijdelijke normen van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg in de praktijk werken. En we zagen dat die tijdelijke normen worden herkend door bewoners en zorgprofessionals. Dus daar gaan we vanaf volgend jaar mee werken (na toetsing door het Zorginstituut). Hier en daar zijn ze aangescherpt, omdat we zagen dat daar grote behoefte aan is.”
De normen
Afgesproken was dat een verpleegkundige altijd binnen een half uur ter plekke moet kunnen zijn. Dat blijft zo. Maar we zeggen nu ook: als verpleegkundige moet je direct kunnen reageren (via telefoon of beeldbellen) om de situatie in te schatten en de triage snel te kunnen starten. We hoorden van veel collega’s: als de nood aan de man is, wil je niet een half uur wachten op overleg.”
“Ook gaan verpleeghuizen meer ruimte maken voor reflectie en bijscholing", zegt Sonja Kersten. "Bewoners komen binnen met zware zorgvragen. Dat vraagt nogal wat van zorgprofessionals. Dus we willen dat verpleegkundigen en verzorgenden en alle andere medewerkers van verpleeghuizen meer ruimte krijgen om zich te blijven ontwikkelen.”
“We hebben ook instrumenten ontwikkeld om verpleeghuizen te helpen bij hun personeelsbeleid. Die kunnen daarmee de bezetting zo organiseren er genoeg collega’s zijn, met kennis die aansluit bij de behoeftes van hun bewoners. Met de reflectiemethode ‘Plussen’ hebben we de leidraad omgezet in een digitale handreiking, die je helpt om met je collega’s het gesprek te voeren over hoe je per bewonersgroep en team tot de beste mix van medewerkers komt.
Marian Ophoff, verzorgende in zorgcentrum Rosengaerde in Dalfsen, één van de pilot organisaties, vertelde op het V&VN Congres voor verzorgenden in Utrecht een mooi verhaal over een dame die altijd al om zes uur ’s ochtends over de afdeling begon te lopen. De nachtdienst stuurde haar steeds terug naar bed. Maar mevrouw was boerin geweest en wilde gewoon haar dag vroeg beginnen. Dus daar hebben ze afgesproken dat de nachtdienst haar wast en aankleedt. Vervolgens gaat ze zelf naar de keuken om brood te pakken en te eten, terwijl de dagdienst andere cliënten wast en aankleedt. Het leven van de cliënt vormt het uitgangspunt; we kijken naar wat er achter het gedrag zit,” zei Marian. Ieder mens is anders. Dat verandert niet opeens als je in een verpleeghuis gaat wonen.
Tijd en ruimte om je werk goed te doen
“Eigenlijk gaat het er gewoon om dat verpleegkundigen en verzorgenden de tijd en ruimte krijgen, en de middelen, om te kunnen reflecteren op de bewonersvraag. Wat is er hier nodig, zijn we als team in staat dat goed te regelen, wanneer doen we het goed genoeg, wie vervult welke rol? Kortom tijd en ruimte om je werk goed te doen. Dat is wat verpleegkundigen en verzorgenden ook keer op keer aangeven: geef mij mijn vak terug. Zodat we liefdevolle zorg kunnen geven, met oog voor de wensen van bewoners. Daar moet je om te beginnen voldoende collega’s voor hebben, maar ook de juiste. Op drukke momenten – en je moet keer op keer blijven kijken welke dat bij jou op jouw afdeling zijn, en wat dat voor jou en je collega’s betekent – heb je altijd minstens twee professionals nodig. Maar het kan ook meer zijn. Als drie bewoners op sterven liggen, heb je veel meer mensen nodig, met specifieke deskundigheid. Dan kom je er met twee gewoon niet uit.”
Ik kom weer toe aan mijn werk. En daar gaat het om
“Wie die twee professionals zijn, kan erg verschillen. Zo bleek de oplossing in een pilot vooral te liggen in ‘andere’ medewerkers. Door de bewoners meer te betrekken bij de maaltijdbereiding en de eettafel beter aan te kleden, voelden ze zich meer op hun gemak en werd het rustiger. En ze aten ook meer. Hiervoor trok het verpleeghuis een welzijnswerker aan die hier heel goed in is. Zo zijn er veel meer voorbeelden, maar de rode lijn is dat de ervaringen in de pilots positief zijn. Bewoners zeggen: het is rustiger, er is meer aandacht voor mijn wensen. En zorgprofessionals die hiermee werken zeggen: ik kom weer toe aan mijn werk. En daar gaat het om.”
“Misschien vraag je je nu af, gaat iedereen zich aan de afspraken houden? Iedereen die bij verpleeghuiszorg betrokken is, zegt nu: zo gaan we het voortaan doen. De inspectie gaat er ook op handhaven. Bewoners en artsen, zorgprofessionals, verzekeraars en bestuurders, gaan er allemaal samen mee aan de slag. Dat lukt niet in je eentje. We hebben elkaar keihard nodig. Het lukt alleen als we het samen doen.
Laat het dus vooral weten als je hulp kunt gebruiken bij het invoeren van de nieuwe aanpak. Want die hulp gaan wij je bieden, samen met de andere partijen. Meer info volgt in januari!
Reageren is niet meer mogelijk
Dit nieuwsartikel is per december 2019 overgeplaatst van de oude website van V&VN naar de vernieuwde website. Eerder geplaatste reacties komen hiermee te vervallen. Wil je reageren op dit artikel? Praat verder op social media.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.