Gezichten van de acute keten: ambulanceverpleegkundige
- 18 november 2020
- Interview
- Coronavirus
- Ambulancezorg
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar de gevolgen kunnen groot zijn. Verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten uit de acute keten vertellen in V&VN Magazine hoe zij patiënten met (zwaar) letsel opvangen. Deze week aan het woord: Malou Nawijn (30). Ze werkt als ambulanceverpleegkundige bij GGD Flevoland.
“Op de ambulance zijn twee dingen belangrijk: je moet je hoofd erbij houden en rustig zijn. We komen vaak in situaties terecht waar mensen in paniek zijn. Als ik rustig ben, merk ik dat iedereen daar rustiger van wordt. Werken op de ambulance is heel afwisselend. Niet alleen kom ik op bijzondere plekken, zoals in de gevangenis en bij mensen thuis in hun vertrouwde omgeving, ook de patiënten zijn divers. Van pasgeboren baby’s tot mensen op zeer hoge leeftijd.
Als ik aan een dienst begin, heb ik geen idee hoe die zal verlopen. Dat onvoorspelbare maakt het werk juist leuk. De oproepen zijn grofweg te verdelen in twee categorieën, het zogeheten b-vervoer, waarbij we patiënten vervoeren die een medische indicatie hebben om per ambulance vervoerd te worden. En het spoedvervoer waarbij we mensen in nood bijstaan, soms in levensnood.
We dragen standaard een mondkapje en spatbril, wat de melding ook is
Het mooiste van mijn vak vind ik dat we soms écht het verschil kunnen maken. Soms betekent dit snel handelen, de juiste keuzes maken en snel richting het juiste ziekenhuis. En soms is dat een arm om iemand heen slaan en er gewoon voor iemand zijn. Bij een trauma moeten we snel handelen en meteen de situatie schetsen en inschatten. Als iemand op een zolderkamer ligt, hoe krijgen we die dan snel beneden? En wat als die persoon 150 kilo weegt? Het improviseren en creatief omgaan met situaties hoort er ook bij. Deze afwegingen maak ik samen met de ambulancechauffeur. Samenwerken is essentieel, ook met bijvoorbeeld de brandweer en politie.
Vaak denken mensen dat ik in mijn werk veel te maken heb met grote trauma's en andere narigheid, terwijl het veelzijdiger is. Mijn werk bestaat uit een enorm palet dat te maken heeft met leven en dood. Ik kan ’s morgens een patiënt naar een hospice brengen en nog geen uur later sta ik langs de snelweg en begeleid samen met mijn collega een vrouw die aan het bevallen is.
Extra tijd
Door COVID zijn de omstandigheden in mijn werk erg veranderd. We dragen momenteel standaard mondkapjes en een spatbril, wat de melding ook is. We weten immers niet of iemand besmet is. Is bekend dat de patiënt corona heeft, dan gaan we helemaal in pak. Dat schrikt vaak af, zeker bij ouderen, kinderen en mensen die in de war zijn. Het vergt wat extra tijd, maar met een rustige benadering lukt het ons vrij snel om hen gerust te stellen. Een arm om iemand heen slaan, even aanraken, dat kan nu niet.”
Bron: V&VN Magazine 4-2020 | Tekst: Saskia Smith | Beeld: Milan Vermeulen
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.